Gazon beluchten
Op plekken waar vaak wateroverlast optreedt, kunt u de grond beluchten (gaten prikken met een speciale beluchter of tuinvork). Doe dit alleen tijdens niet-vriezend weer, als de grond niet bevroren is. Nooit (of zo min mogelijk) over een bevroren gazon lopen. Zo voorkomt u slechte plekken in het gras. Strooi regelmatig scherp zand op zulke plekken, dat maakt de grond minder modderig.
Sneeuw
Een flink pak sneeuw is een uitstekende beschermlaag voor uw planten. Sneeuw is sterk isolerend. Op coniferen met opgaande takken kan een pak sneeuw zwaar drukken, waardoor de takken gaan uitbuigen en zelfs kunnen afbreken. Verwijder de sneeuw om te voorkomen dat de vorm zich niet herstelt.
De vijver moet ademen
Met een ijsvrijhouder zorgt u ervoor dat uw vijver niet helemaal dichtvriest. Kwalijke gassen kunnen uit het water ontsnappen en zuurstof kan toetreden. Zo blijft de vijver ook gezond als het water met een ijslaag is bedekt.
Een vijver aanleggen
Als u nu een vijver aanlegt – bij vorstvrij weer – kunt u er al vanaf april plezier van hebben. Gebruik goede vijverfolie (rubberfolie is zelfs bij lage temperaturen heel flexibel). Houd de uitgegraven grond in de tuin. Maak er elders verhogingen mee. Dan is later de hele tuin weer gemakkelijk te egaliseren.
Boombanden controleren
Een boomband kan te strak zitten en in de bast groeien. Maak de band losser. Te losse banden die in een boombast schuren, vaster zetten.
Kuipplanten controleren
Controleer op aantastingen zoals luis en schimmels. Ruim afgevallen bladeren en dode takjes op, dat kunnen infectiebronnen zijn. Zorg op de bewaarplek regelmatig voor frisse lucht en laat de wortelkluiten niet helemaal uitdrogen.